![](https://ambiance.be/wp-content/uploads/2020/07/Plusje.png)
Tekst Raf De Mot – Foto’s Frank Croes – Recept Sylvester Schatteman
“Tropaeolum, capucijnblad, nasturtium, Oost-Indische kers: dat zijn véél benamingen voor een heel eenvoudig en herkenbaar eetbaar plantje. Waar de naam ‘capucijnblad’ vandaan komt, weet ik niet, maar bij de etymologie van ‘Oost-Indische kers’ hoort een mooi verhaal. De plant werd rond de 17de eeuw geïntroduceerd in onze contreien via de koopvaardij. Hij kwam van héél ver, dus zou het wel vanuit India zijn. Mis: de tropaeolum komt uit Zuid-Amerika, meer bepaald uit het Andesgebied in Bolivia en Peru. En het element ‘kers’ dan? Dat is gewoon een verbastering van het Engelse cress, in de 17de eeuw een containerbegrip voor kruiden met een pittige smaak. Denk aan waterkers (water cress) en tuinkers (garden cress).”
“Het leuke aan deze plant is dat álles ervan eetbaar is: het blad, de bloem, maar zeker ook de zaden. Die kun je opleggen tot ‘kappertjes’. Ik zet het met opzet tussen aanhalingstekens, want de échte kappertjes zijn natuurlijk afkomstig van de Capparis spinosa of kappertjesplant...